Taalgids op een pagina (Nederlandse-) | www.flarus.ru


Gesprek Conversazione
Ja / Nee Sì / No
Goed / Slecht Bene / Male
Hallo / Tot ziens Buongiorno / Arrivederci
Goedemorgen / Welterusten Buongiorno / Buona notte
Dank u / Alstublieft Grazie / Prego
Sorry Scusi (per rivolgersi)
Wat is uw naam? Come si chiama Lei?
Mag ik er even langs Mi lasci passare
Kunt u mij vertellen Mi dica
Wilt u mij, alstublieft, helpen Mi aiuti, per favore
Wilt u deze opschrijven Mi scriva
Herhaal dat nog eens, alstublieft. Ripeta
Ik begrijp het niet Io non capisco
Spreekt u Engels? Lei parla inglese?
Cijfers I numeri
een / twee / drie uno / duo / tre
vier / vijf / zes quattro / cinque / sei
zeven / acht / negen sette / otto / nove
tien / honderd / duizend dieci / cento / mille
Datum La data
Jaar Anno
Dag Giorno
Rustdag La feria
Week La settimana
maandag lunedì
dinsdag martedì
woensdag mercoledì
donderdag giovedì
vrijdag venerdì
zaterdag sabato
zondag domenica
Maand I mesi
januari gennaio
februari febbraio
maart marzo
april aprile
mei maggio
juni giugno
juli luglio
augustus agosto
september settembre
oktober ottobre
november novembre
december dicembre

Hotelkamer (Hotel appartementen) Numero
Kamer Camera
Verblijf Alloggio
Nacht (verblijf in een hotel) Una notte (di alloggio in albergo)
Dag Giorno
Ik boekte een kamer Ho riservato la camera
Kamersleutel (in hotel) Mi dia la chiave della camera
kind bambino
volwassen adulto
paspoort passaporto
Niet te storen Non disturbare
Maak me wakker om Mi svegli alle ...
Auto Il veicolo
Weg La strada
Bocht Il ravvoltare
Stop La fermata
Omweg La tangenziale
Reizen is niet toegestaan​​ Passaggio vietato
Parkeergelegenheid Parcheggio
Tankstation / Vul de tank vol / Benzine Stazione di servizio / Fate il pieno /Benzina
Boete / Papieren La multa / documenti
Auto verhuur Vorrei noleggiare un veicolo
Mijn auto is kapot Ho un guasto alla mia macchina
Auto Service Stazione di servizio
Wijzer Indicatori e frecce
Attentie Attenzione
Ingang / Uitgang Ingresso / Uscita
Links / Rechts A destra / A sinistra
Gesloten / Open Chiuso / Aperto
Toegestaan / Verboden Vietato / Autorizzato
Trekken / Duwen Tirare / Spingere
Hier / Daar Qua/ Lì
Niet roken Non fumare
Gevaarlijk Pericolo
Voorzichtig Fate attenzione
Pauze (onderbreking) Pausa
Overgang Passaggio
Informatie Informazione
WC WC



Transport (vervoer) Il transporto
stad la città
straat la via
huis la casa
kassa lo sportello
ticket il biglietto
stadsplattegrond la mappa della città
Ik wil graag een taxi te bellen Vorrei chiamare il taxi
Halte La fermata
Bagage Bagagli
Trein Treno
Richting Direzione
Vertrek / Aankomst Partenza / Arrivo
Oosten / West / Noord / Zuid est / ovest / nord /sud
Diensten I servizi
Paspoortcontrole Il controllo di passaporti
Douane La dogana
Ik heb mijn papieren verloren Ho perso i miei documenti
Ziekenhuis / Apotheek / Dokter Ospedale / Farmacia / Medico
Directe medische hulp Pronto Soccorso
Brandweer I vigili del fuoco
Politie La polizia
Postkantoor La posta
Restaurant / Café / Bar Ristorante / Caffé / Bar
Kelner Il cameriere
Ik wil een tafel reserveren Vorrei riservare una tavola
Menu / Kindermenu Menu / Menu Bambino
Eet smakelijk! Buon appetito !
Glas / Kop Il bicchiere / La tazza
Fles / Glas La botiglia /Il bicchiere
Wijn / Bier Il vino / La birra
Koffie / Melk / Thee Il caffé /Il latte / Il té
Sap Il succo
Brood Il pane
Soep La zuppa
Kaas Il formaggio
Pap / Pannenkoeken La polenta / le frittelle
Suiker / Zout / Peper Lo zucchero / Il sale
Vlees / Vis / Gevogelte La carne / Il pesce / Il volatile
Kip Il pollo
Gekookt / Gebraden / Gegrild Cotto/ Fritto / Su griglia
Heet Piccante
Dessert / Fruit Dolci / Frutta
Appel La mela
Banaan La banana

Ik / U Io / Lei
Koud / Heet Fa freddo / fa caldo
Bezet / Vrij È occupato / è libero
Begin / Eind L’inizio / la fine
zonder / met (iets) Senza / con (qc)
Aardbeien La fragola
Granaatappel La melagrana
Groenten / Salade La verdura / Insalata
Aardappelen La patata
Uien La cipolla
Peper Il pepe
Rijst Il riso
Betaling / Geld Il pagamento / I soldi
De rekening, alstublieft. Il conto, per favore
Prijs Il prezzo
Ik wil met een creditcard betalen. Vorrei pagare con la carta di credito
Wisselgeld / Zonder wisselgeld / Fooi Spiccioli / Senza il resto /Mancia
Winkel / Levensmiddelen Il negozio /Prodotti
Wat is het? Che cosa è?
Laat me zien Mi faccia vedere ...
Hoeveel kost... Quanto costa ...
Kilogram chilogrammo
Groot / Klein grande / piccolo
Liter litro
Meter metro
Goedkoop Non è caro
Duur È caro
Korting Lo sconto
Kleur Il colore
licht / donker chiaro / scuro
wit / zwart bianco / nero
grijs griggio
rood rosso
(donker)blauw blu
blauw azzurro
geel giallo
groen verde
bruin marrone
oranje arancia
paars viola
Ziekte La malattia
Ik heb pijn... Mi fa male ...
hoofd / keel /buik / tand la testa / la gola / lo stomaco / un dente
been / hand / rug la gamba /il braccio /la schiena
Ik heb koorts Ho febbre
Bel een dokter Chiamate il medico
Taalgids op een pagina werd door de experts van vertaalbureau Flarus (www.flarus.ru) opgesteld. Editors en moedertaalsprekers namen aan dit project deel. We hadden niet de bedoeling om een ​​volledige taalgids op alle mogelijke gevallen te cre¸ren. Het bevat alleen de meest essenti¸le zinnen met vertaling en transcriptie.